Workshopdag 4

De allerlaatste workshopdag breekt aan. Ik schuif om half 7 aan bij het ontbijt. Voor degenen die het willen weten, mijn bordje ligt dan meestal vol met tropisch fruit: banaan, mango, meloen, passievrucht en tamarillo.

Samen met mijn maatjes Alfred en Dianne rijden we weer dezelfde prachtige rit als gisteren. Op de locatie horen we dat de dag eerder dan verwacht afgelopen zal zijn, in verband met het gebed op vrijdag voor de moslims. In Nederland zou deze twee uur verschil best een dingetje zijn, maar in Kenia leren we dat Hakuna Matata (geen zorgen, maak je niet druk) de beste reactie is.

Ook met het aangepaste programma valt er voor de deelnemers genoeg te beleven. We zingen samen hoofd, schouders, knie en teen. We reflecteren op de dag van gisteren door middel van het gooien van een balletje en de Keniaanse collega’s gaan zelf een les bedenken waar minimaal twee activerende werkvormen inzitten. Het is heel leuk om te zien hoe de geoefende werkvormen en energizers van deze dagen gebruikt worden in de verzonnen lessen!

We lopen ondertussen rond en denken mee waar dat nodig is. Af en toe neem ik ook buiten een kijkje. Daar zitten een paar kinderen van vrouwelijke deelnemers, ze vermaken zich met de gekregen (papieren) balletjes en genieten van de Hollandse koekjes.

Hoewel de workshop wat eerder afgelopen is, is het toch een intensieve dag. Erg heet en het is flink aanpoten met een groep van (uiteindelijk) 37 personen.

Het voordeel van een kortere dag is wel dat we bij het hotel even kunnen relaxen in het zwembad. In de avond hebben we een evaluatie met het hele team, we delen alle belevenissen met elkaar door middel van posters.

Vandaag twee werkvormen die bij de workshop de revue zijn gepasseerd.

Gooi de bal: de leerkracht stelt een vraag Dat kan bijvoorbeeld een vraag zijn over een terugblik op een vorige les, het ophalen van voorkennis of het evalueren van een les. De leerkracht gooit dan de bal naar een willekeurige leerling. Deze leerling geeft antwoord op de vraag en gooit de bal naar een klasgenoot.

Genummerde hoofden:

Dit is een werkvorm die ervoor kan zorgen dat de gedeelde verantwoordelijkheid binnen een groepje versterkt wordt.

Als er gewerkt of overlegd wordt in een groepje, vraag je iedereen om de hoofden te nummeren, bijvoorbeeld van 1 tot 4. Het groepje werkt aan de gevraagde opdracht. Als er daarna informatie uitgewisseld moet worden, noemt de leerkracht een getal. De deelnemer met dit nummer is dan verantwoordelijk voor het zo goed mogelijk weergeven van de informatie uit het groepje.